Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 71463 

Re: Combinaties

Beste,

Ik snap jouw manier van denken niet zo goed.
zoals bv hoe kom je aan f(1)+ f(11)+ f(21)=15
en wat bedoel je met disjunct?
Alvast bedankt voor de moeite

Nathalie

Nathal
3de graad ASO - donderdag 21 november 2013

Antwoord

Ten eerste: het bewijs is, net als de vraag, niet constructief. Het stelt vast dat er een interval is met vijf linker- en vijf rechterschoenen, het geeft niet aan welk interval dat is. De intervallen $[1,10]$, $[11,20]$ en $[21,30]$ bevatten alle schoenen en hebben geen schoenen gemeen (dat is wat disjunct betekent). $f(1)$ is het aantal linkerschoenen in het eerste interval, $f(11)$ dat aantal in het tweede en $f(21)$ telt de linkerschoenen in het derde; dat zijn er $15$ in totaal, dus $f(1)+f(11)+f(21)=15$.

kphart
zaterdag 23 november 2013

©2001-2024 WisFaq