De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Verdubbelingstijd en halveringstijd

 Dit is een reactie op vraag 59629 
Dag Wisfaq,

Ik heb nu 125000 mensen in een stad wonen en na 20 jaar is de groei met 12 % toegenomen. dus 125.000·12/100=15.000
Dus in 2010 zijn er 140.000 mensen (na 20 jaar ).
dubbel is 280000.
dus 280.000=125.000·(1.12)t en t=7,116255...Maar ik moet op 221 jaar uitkomen
Hoe moet het nui verder of is mijn vergelijking verkeerd.
Groeten,
Rik

Rik Le
Iets anders - donderdag 22 november 2012

Antwoord

We moeten kennelijk uitgaan van een exponentiële groei, hoewel je dat niet vermeldt. Ook is het onduidelijk of er verdubbeling moet optreden van 125000 of van 140000 inwoners. Ik ga uit van het eerste.

Als er in 20 jaar een groeifactor optreedt van 1,12 dan is dat per jaar 1,12^0.05 waarin het getal 0.05 natuurlijk 1/20 is.
Deze factor moet nu zó lang 'zijn gang kunnen gaan', dat het de waarde 2 representeert.
Dus los op 1.12^(0.05t) = 2 hetgeen leidt tot 0.05t = ln(2)/ln(1,12) en dus t = 122.
Dat is weliswaar niet 221 zoals je als antwoord meegeeft, maar omdat je je weleens vaker verschrijft.......

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 22 november 2012



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3