De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Een moeilijk bewijs

Dit bewijs is ongelooflijk moeilijk, ik snap er niets van.

Gegeven :
rechthoekige ABC met hoek C=90°
M is het midden van [AB]
N is het midden van [BC]
O is het midden van [AC]
De cirkel X met middelpunt M en diameter de lengte van [AB]
De cirkel Y met middelpunt N en diameter de lengte van [BC]
De cirkel Z met middelpunt O en diameter de lengte van [AC]

Te Bewijzen:
De oppervlakte van het deel van cirkel Y dat buiten cirkel X valt + de oppervlakte van het deel van cirkel Z dat buiten cirkel X valt = De opp van de rechthoekige ABC.

Hopelijk kunnen jullie me helpen. dankuwel

Thomas
2de graad ASO - woensdag 22 januari 2003

Antwoord

Hoi,

Je hebt dus een rechthoekige driehoek met cirkels op de drie zijden. Je wil bewijzen dat de 'halve maantjes' op de rechthoekszijden dezelfde oppervlakte hebben als de driehoek zelf.

De oppervlakte van een halve cirkel is pr2/2=pd2/8 (r de straal, d de diameter). De oppervlaktes van de halve cirkels op zijden A, B en C (schuine zijde), noteren we met SA, SB en SC. De oppervlakte van de driehoek noemen we Sabc. Je ziet dat de oppervlakte van de maantjes gegeven is door SA+SB+Sabc-SC. We moeten dus enkel nog bewijzen dat SC=SA+SB en dit volgt zo uit de stelling van Pythagoras (C2=A2+B2).

Groetjes,
Johan

PS: sorry dat er geen plaatje bestaat...

andros
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 23 januari 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3