De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Steiner-ellipsen (kleinste en grootste ellips in en om een driehoek) een drieho

Ik zou de twee Steiner-ellipsen analytisch willen bepalen die in en om een gegeven, willekeurige driehoek kunnen worden ingeschreven en omgeschreven. Enkele nuttige artikels hiervoor zijn te vinden onder:
1. Steiner circumellipse
2. Steiner inellipse
3. Marden's theorem
4. The most marvelous theorem in mathematics (by Dan Kalman).
Ze zijn niet eenvoudig, en ik ben vastgelopen. Graag hulp, dank u.

Steven
Iets anders - zondag 11 maart 2012

Antwoord

Hallo, Steven.

Je zou als volgt te werk kunnen gaan;

Gebruik coördinaten zo dat de hoekpunten van de driehoek zijn
A(0,0), B(c,0) en C(b·cos($\alpha$),b·sin($\alpha$)).
Het zwaartepunt is dan G((b·cos($\alpha$)+c)/3,b·sin($\alpha$)/3).

De ellipsen van Steiner gaan na een translatie over de vector van G naar A en een draaiing over zekere hoek j over in een ellips met een vergelijking van de standaardvorm
x2/p2 + y2/q2 = 1, dus ze hebben zelf een vergelijking van de vorm

(cos(j)(x - (b·cos($\alpha$)+c)/3) - sin(j)(y - b·sin($\alpha$)/3))2/p2 + (sin(j)(x - (b·cos($\alpha$)+c)/3) + cos(j)(y - b·sin($\alpha$)/3))2/q2 = 1.
(= 'vergelijking @')

Om de omgeschreven ellips van Steiner te vinden moet je gebruiken dat A,B en C op deze ellips liggen.
Dat geeft drie vergelijkingen in de drie onbekenden p,q en j, waarmee je deze drie onbekenden in de gegeven getallen b,c en $\alpha$ kunt uitdrukken.

Om de ingeschreven ellips van Steiner te vinden moet je gebruiken dat de ellips in nader te bepalen punten U(u,0), $\sqrt{ }$(v·cos($\alpha$),v·sin($\alpha$)) en W(c+w·(b·cos($\alpha$)-c),w·b·sin($\alpha$)) raakt aan de zijden van de driehoek, dwz dat de coördinaten van deze punten aan de 'vergelijking @' voldoen en dat de gradiënt van het linkerlid van de 'vergelijking @' in deze drie punten gelijkgericht of tegengesteld gericht is aan de normaalvector op de betreffende zijde.
Dat geeft zes vergelijkingen in de zes onbekenden u,v,w,p,q,j, waardoor je deze kunt uitdrukken in de gegeven getallen b,c en $\alpha$.

Succes ermee. Of ben je er inmiddels zelf al uit?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 28 maart 2012
 Re: Steiner-ellipsen (kleinste en grootste ellips in en om een driehoek) een dr 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3