De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
BinomiaalcoëfficiëntOver dit onderwerp heb ik in het verleden heel weinig onderricht gehad en nu loop ik vast op het volgende:Toon aan dat: Sigma-teken, onder index: a(alpha)=3 en boven (eindwaarde)5 (-1)a ·(a boven 3)·a = -37. AntwoordJe krijgt de optelling (-1)3·(3nCr3)·3 + (-1)4·(4nCr3)·4 + (-1)5·(5nCr3)·5 en dat levert op -1·1·3 + 1·4·4 + -1·10·5 = -3 + 16 - 50 = -37
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|