|
|
\require{AMSmath}
Collineairiteit
Men noemt P het zwaartepunt van het zijvlak [BCD] van een viervlak ABCD, M het midden van het lijnstuk [AP], N het midden van het lijnstuk [CD] en Q het punt van de rechte AB waarvoor geldt (ABQ) = -1/3. Bewijs dat de punten M, N en Q collineair zijn. Kunnen jullie mij misschien helpen?
Cindy
Student universiteit België - maandag 9 december 2002
Antwoord
Hoi, We bekijken driehoek Dbcd. Omdat n het midden is van [cd], moet p op [bn] liggen. Hieruit volgt dat n, m, p en q in het vlak abn liggen. Als we het vectorieel bekijken, kunnen we de oorsprong leggen in b en als eenheidsvectoren a en n nemen. We hebben dan a(1,0), b(0,0), n(0,1) en p(0,1/2), q(2/3,0) en m(1/2,1/4). Het volstaat te bewijzen dat qm evenwijdig is met qn (omdat de lijnstukken een punt q gemeen hebben zullen de punten dan collineair zijn). Welnu: qm=m-q:(-1/6,1/4) en qn=n-q:(-2/3,1)=4.qm (We zien zelfs dat m het lijnstuk [nq] in verhouding 1/4 deelt) Groetjes, Johan (PS: is de opgave niet dat (abq)=aq/ab=1/3 ?)
andros
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 12 december 2002
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|