|
|
\require{AMSmath}
Re: Bewijs van dubbel- en halveringsformule
Beste, Tot het invullen van de som formules begrijp ik het: "sin(2t)=2sin(t).cos(t) EN cos(2t)=cos2(t)-sin2(t)"
hierna ben ik het spoor bijster. Stellen ze de twee in gevulde somformule's aan elkaar gelijk oid?
mvg
Reinie
Student hbo - maandag 24 september 2007
Antwoord
Reinier, Ze gebruiken, zoals jezelf opschrijft: sin2(t)+cos2(t)=1, ofwel: sin2(t)=1-cos2(t) en cos2(t)=1-sin2(t). Dat is niets anders dan de stelling van Pythagoras, bekeken in de eenheidscirkel Zie: In figuur 10 (4.5) zie je: AC=p=sin(x) en AB=q=cos(x) De straal van de cirkel=r=1, dus vlg. Pythagoras: p2+q2=1 Helpt dat?
ldr
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 24 september 2007
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|