|
|
\require{AMSmath}
Re: Lissajous figuren
Zou je mij op deze afbeeldingen kunnen zeggen hoe ik de frequentieverhouding kan afleiden? Ik heb een taak van 9 Lissajousfiguren, maar bij geen enkele kom ik te weten hoe het principe werkt.
Valéri
3de graad ASO - zaterdag 12 mei 2007
Antwoord
Eerst maar 's een tekening: Kijk eerst in de x-richting. Als je er van uitgaat dat de kromme start in A (dat weet je niet, maar 't maakt weinig uit!). De kromme gaat dan eerst omhoog en dan omlaag en dan weer omhoog. Je komt dan aan in B. Je hebt dan 1 periode gehad. Vervolgens ga je weer omhoog, omlaag en weer omhoog. Je komt dan aan in C. Je hebt dan 2 perioden gehad. Vervolgens weer omhoog, omlaag en weer omhoog. Je komt dan weer aan in A (het startpunt). Je hebt dan 3 perioden gehad. Vervolgens kijk je in de y-richting. Neem aan dat je start in D. Je gaat dan eerst naar links en dan naar rechts. Je komt dan aan in E. Je hebt dan een halve periode gehad... vervolgens ga je weer naar rechts (via A) en weer naar links. Je komt dan aan in D (het startpunt). Je hebt dan precies 1 periode gehad. Conclusie: de frequentieverhouding is 3:1. Lukt het zo?
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 12 mei 2007
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|