|
|
\require{AMSmath}
Pythagorëische drietallen
Ga na dat geldt y2=(z+x)(z-x), dat de factoren (z+x)/2 en (z-x)/2 beide een kwadraat moeten zijn.
Nu zegt het boek dat als x en z geen gemeenschappelijke priemfactoren hebben, dan weet je dat z+x en z-x ook geen gemeenschappelijke priemfactoren hebben.
Vraag: waarom?
Perry
Student hbo - dinsdag 6 juni 2006
Antwoord
Uit het ongerijmde: Stel dat dat *wel* zo zou zijn, maw er is een priemgetal p waarvoor z+x = pa z-x = pb met a en b natuurlijke getallen. Dan zou z = p(a+b)/2 x = p(b-a)/2 Als a en b beide oneven of beide even zijn is de deling door twee geen probleem: (a+b)/2 en (a-b)/2 zijn dan gehele getallen en p is inderdaad een factor van zowel z als x. Als een van beide even is en de andere oneven, dan zijn a+b en a-b oneven, dus de deling door twee lukt niet, tenminste, niet daar. Maar omdat we weten dat z en x gehele getallen zijn, is het in beide gevallen de p die deelbaar is door twee, maw p=2. Ook in dat geval is p een factor van zowel z als x.
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 8 juni 2006
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|