De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Exponentiele vergelijking

Hoe los ik deze vergelijking op?
21-x·3x = Ö6

Sierd
Student hbo - zaterdag 11 juni 2005

Antwoord

Beste Sierd,

Dit is niet de 'gewoonlijke' manier, maar wel de makkelijkste in dit geval.
Je zou het hier namelijk zo kunnen aanpakken:

21-x3x = Ö6
21-x3x = 60.5
21-x3x = (2*3)0.5
21-x3x = 20.530.5

Nu heb je links en rechts het product van dezelfde grondtallen en kan je de machten gelijkstellen, dat komt hier goed uit:
(uit de macht van 2:) 1-x = 0.5 = x = 0.5
(uit de macht van 3:) x = 0.5 = x = 0.5

Dus, x = 1/2

mvg,
Tom

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 11 juni 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3