De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Vraagstuk oplossen

Drie kapitalen verhouden zich als 4, 3 en 5 en hebben respectievelijk 8, 9 en 10 maanden uitgestaan tegen 3,75%, 4% en 4,5%. De gezamelijke intrest is 1132,5. Bepaal de 3 kapitalen.

Dus x/4 = y/3 = z/5 is de eerste vergelijking die je volgens mij nog kan opsplitsen in 3 andere: 4y=3x , 5y=3z , 5x=4z. Maar ik denk dat je hieruit 1 grote vergelijking moet halen maar die kan ik niet vinden. Zouden jullie me daarmee kunnen helpen?

Uit te gegevens kan je nog een andere vergelijking halen:
(x.3,75/100.8/12)+(y.4/100.9/12)+(z.4,5/100.10/12)=1132,5
Klopt dit?

Bedankt,

Stef

Stef A
3de graad ASO - zondag 30 mei 2004

Antwoord

Nee niet echt... (echt niet dus!)

Kies een zekere a zodat we als kapitalen 4a, 3a en 5a krijgen. Er geldt:

4a·1,03758 + 3a·1,049 + 5a·1,04510 = 1132,5

En je bent er al... (dat was eigenlijk niet de bedoeling).

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 30 mei 2004
 Re: Vraagstuk oplossen 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3