|
|
\require{AMSmath}
Groepentheorie
Zij G een groep met #G = p^k, met p priem; bewijs dat het centrum van G ongelijk is aan het triviale geval.
Hoe moet ik dit bewijzen??
Mark R
Student universiteit - dinsdag 11 mei 2004
Antwoord
Hallo Mark,
Uit het ongerijmde: stel dat e (de eenheid) het enige element is dat commuteert met alle elementen van G.
Dus g-1eg=e "gÎG Maar "fÎG\{e} $gÎG: g-1fg¹f
Bekijk nu de banen onder toevoeging (conjugatie). Dit betekent dat je een element a uit G kiest, en de volgende verzameling beschouwt: {g-1ag, gÎG}
Je hebt waarschijnlijk gezien (en het is eenvoudig te bewijzen) dat twee elementen a en b ofwel in elkaars baan zitten, en dan is de baan van a gelijk aan die van b; ofwel zijn de banen van a en b disjunct. En bovendien zal de unie van de banen volledig G zijn. Met andere woorden: de banen vormen een partitie van G.
Bovendien is het aantal elementen in een baan altijd een deler van de orde van G (en in dit geval dus een macht van p). Dit is niet zo lastig te bewijzen, en het staat afgeleid op http://www.math.rutgers.edu/courses/551/551-f02/lec2.pdf
Nu zie je de strijdigheid: de orde van G is de som van de ordes van alle banen. Voor het element e is de orde van de baan juist 1. Voor elke andere baan is de orde van de baan niet 1, dus wel een hogere macht van p. Waarom niet 1? Stel f¹e, dan e-1fe=f Maar er bestaat een g zodat g-1fg=h¹f Dus je hebt al zeker twee elementen in die baan.
Je krijgt dus |G|=pk=1 + (machten van p(exp0)) Bekijk die gelijkheid modulo p en dan staat er 0=1...
Groeten, Christophe.
Christophe
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 11 mei 2004
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|