|
|
\require{AMSmath}
Re: Model voor populatie
Hoi,
Ik heb nog een paar onzekerheden. De oplossing van de differentiaalvergelijking is dus: DK(t)= b·K(t)·Dt - d·K(t)·Dt. Deel deze vergelijking door Dt, en neem de limiet als Dt naar 0 nadert, en voila: de differentiaalvergelijking.
Heb je dus zo de eerste vraag "Laat zien dat ..." en tweede vraag " Geef de oplossing" in 1 klap beantwoord ? Wat is de beginvoorwaarde? En wat is nu de oplossing van de beginvoorwaarde ?
Voor de rest was alles helder Bedankt !
Met vriendelijke groeten, Peter
Peter
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 4 december 2003
Antwoord
Nee, de oplossing is er nog niet, ik heb alleen laten zien hoe je aan de differentiaalvergelijking kunt komen. De beginvoorwaarde is de waarde van K(t) als t gelijk is aan 0, dus K(0), en deze waarde is gegeven in de eerste zin: K(0) = K0 Voor het oplossen moet je in de vergelijking de variabelen (K en t) scheiden, dat wil zeggen: links van het =teken komt alleen de K voor, en rechts alleen de t. Voor de overzichtelijkheid schrijf ik verder K in plaats van K(t). dK/dt = a·K dK/K = a·dt Nu van beide leden de integraal nemen: òdK/K = òa·dt ln|K| = a·t + c K = ±e^(a·t + c) ofwel met p = ±e^c: K = p·e^(a·t) Dit is de algemene oplossing van de differentiaalvergelijking. Merk op dat de oplossing dus een functie is! De beginvoorwaarde K(0) = K0 kun je invullen om uiteindelijk p te berekenen. Hopelijk is het zo duidelijker. groet, dK(t)/K
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 4 december 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|