|
|
\require{AMSmath}
Getallen maken met maximaal 6 vieren
Beste wiskundigen,
Ik zit met het volgende probleem. Ik heb 6 vieren (444444) ik moet dus proberen te bewijzen dat je daarmee alle getalen van [0,50] kunt maken. Je mag dan ALLEEN + - / en * gebruiken.
Voorbeeld: Getal 20 maken: 4+4+4+4+4 = 20 (5 vieren gebruikt)
Voorbeeld: 45 maken: 44 + (4/4) = 45 (4 vieren gebruikt)
Ik hoop hiermee duidelijk te zijn. Je mag dus maar 6 vieren gebruiken om alle [0,50] getallen te krijgen.
Je kunt dus alles afgaan maar volgens mij kan dit beter en kun je zo tijd besparen.
Iemand een idee ?
Mvg, Tri
Tri Ph
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 16 oktober 2003
Antwoord
Je zou inderdaad tijd kunnen besparen door een beetje logisch nadenken.
Laten we eens beginnen met de kleinste getallen: 0 = 4-4 1 = 4/4 2 = (4+4)/4 3 = 4 - 4/4 4 = 4 5 = 4 + 4/4
We zien dus dat we de getallen 0 t/m 5 kunnen maken met maximaal 3 vieren.
6 = 4 + (4+4)/4 7 = 4 + 4 - 4/4 8 = 4 + 4 9 = 4 + 4 + 4/4
De getallen 6 t/m 9 zijn te maken met maximaal 4 vieren. Hier gaan we gebruik van maken. We gaan eens kijken welke getallen je kunt maken met 2 of 3 vieren.
16 = 4·4 Combineren we 16 met de getallen 1 t/m 9 door aftrekken en optellen dan kunnen we hieruit de getallen 7 t/m 25 maken. 16 kunnen we maken met 2 vieren. Voor 0 t/m 9 hadden we maximaal 4 vieren nodig. Totaal dus maximaal 6 vieren voor deze getallen. Zo gaan we door.
32 = 4·(4+4) Combineren we dit met de getallen 1 t/m 5 dan krijgen we de getallen 27 t/m 37
44 Combineren we dit met de getallen 1 t/m 9 dan krijgen we 35 t/m 53
We hebben dus gevonden: 1 t/m 9, 7 t/m 25, 27 t/m 37, 35 t/m 53. We missen 26. Dat kunnen we maken door: 26 = (44·4)/(4+4) + 4
Voor de volledigheid hieronder nog een lijst met oplossingen:
0 = 4-4 1 = (4/4) 2 = (4+4)/4 3 = 4 - (4/4) = (4+4+4)/4 4 = 4 5 = 4 + (4/4) 6 = 4 + {(4+4)/4} 7 = 4 + 4 - (4/4) 8 = 4 + 4 9 = 4 + 4 + (4/4) 10= 4 + 4 + (4+4)/4 11= 4 + 4 + 4 - (4/4) = (44/4) 12= 4 + 4 + 4 13= 4 + 4 + 4 + (4/4) 14= 4 + 4 + 4 + {(4+4)/4} 15= 4 + 4 + 4 + 4 - (4/4) 16= 4 + 4 + 4 + 4 = 4·4 17= 4 + 4 + 4 + 4 + (4/4) = 4·4 + (4/4) 18= 4·4 + {(4+4)/4} 19= 4·4 + 4 - (4/4) 20= 4·4 + 4 21= 4·4 + 4 + (4/4) 22= 4·4 + 4 + {(4+4)/4} 23= 4·4 + 4 + 4 - (4/4) 24= 4·4 + 4 + 4 25= 4·4 + 4 + 4 + (4/4) = {4 + (4/4)}·{4 + (4/4)} 26= {(44·4)/(4+4)} + 4 27= 4·(4+4) - 4 - (4/4) = 4·4 + (44/4) 28= 4·(4+4) - 4 29= 4·(4+4) - 4 + (4/4) = 44 - 4 - (44/4) 30= 4·(4+4) - {(4+4)/4} 31= 4·(4+4) - (4/4) 32= 4·(4+4) 33= 4·(4+4) + (4/4) = 44 - (44/4) 34= 4·(4+4) + {(4+4)/4} 35= 4·(4+4) + 4 - (4/4) 36= 4·(4+4) + 4 = 4·{4+4+(4/4)} 37= 4·(4+4) + 4 + (4/4) 38= 44 - 4 - {(4+4)/4} 39= 44 - 4 - (4/4) 40= 44 - 4 41= 44 - 4 + (4/4) 42= 44 - {(4+4)/4} 43= 44 - (4/4) 44= 44 45= 44 + (4/4) 46= 44 + {(4+4)/4} 47= 44 + 4 - (4/4) 48= 44 + 4 49= 44 + 4 + (4/4) 50= 44 + 4 + {(4+4)/4}
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 17 oktober 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|