|
|
\require{AMSmath}
Derdegraads vergelijkingen
Ik snap iets niet en dat is het volgende. Vaak vragen ze je om een formule in een andere vorm te schrijven. Bv zoiets: y=-3x3+57x-90 naar de vorm y=a(x-B)(x-c)(x-d)....Ik snap dit echt niet. De a,b en c zou ik nog wel kunnen bedenken. Maar waar ze die d vandaan halen?! Ik hoop dat jullie me kunnen helpen. Alvast bedankt,
Debora
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 18 september 2003
Antwoord
Beste Deborah, Als eerste valt op dat alle coefficienten (-3, 57 en -90)deelbaar zijn door 3 ofwel: -3x3+57x-90=-3(x3-19x+30) Nu eventjes gokken (of de methode van Cardano als je die kent) voor het zoeken naar een oplossing van: x3-19x+30 = 0 x = 1 klopt niet (ga maar na) x = 2 lukt wel want 23-19·2+30 = 8 - 38 + 30 = 0 Dus een term zou zijn x - 2, dan kunnen we nu gaan delen: x - 2 /x3-19x+30\ x2+2x-15 Dus x3-19x+30 = (x-2)(x2+2x-15) (ga maar na) Dan kunnen we x2+2x-15=0 weer gaan oplossen, ofwel via de speciale producten of via de abc formule: x2+2x-15 = (x+5)(x-3) (ga maar weer na) Uiteindelijk alles bijelkaar krijgen we dus: -3x3+57x-90 =-3(x3-19x+30) =-3(x-2)(x2-2x+15) =-3(x-2)(x+5)(x-3) Et voila.
Mocht je een stap niet begrijpen laat het dan maar horen
M.v.g. Peter
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 18 september 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|