WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op zondag 19 mei 2024

Derdegraads vergelijkingen

Ik snap iets niet en dat is het volgende. Vaak vragen ze je om een formule in een andere vorm te schrijven. Bv zoiets:
y=-3x3+57x-90 naar de vorm y=a(x-B)(x-c)(x-d)....Ik snap dit echt niet. De a,b en c zou ik nog wel kunnen bedenken. Maar waar ze die d vandaan halen?!
Ik hoop dat jullie me kunnen helpen.
Alvast bedankt,

Deborah
18-9-2003

Antwoord

Beste Deborah,
Als eerste valt op dat alle coefficienten (-3, 57 en -90)deelbaar zijn door 3 ofwel:
-3x3+57x-90=-3(x3-19x+30)
Nu eventjes gokken (of de methode van Cardano als je die kent) voor het zoeken naar een oplossing van:
x3-19x+30 = 0
x = 1 klopt niet (ga maar na)
x = 2 lukt wel want 23-19·2+30 = 8 - 38 + 30 = 0
Dus een term zou zijn x - 2, dan kunnen we nu gaan delen:
x - 2 /x3-19x+30\ x2+2x-15
Dus x3-19x+30 = (x-2)(x2+2x-15) (ga maar na)
Dan kunnen we x2+2x-15=0 weer gaan oplossen, ofwel via de speciale producten of via de abc formule:
x2+2x-15 = (x+5)(x-3) (ga maar weer na)
Uiteindelijk alles bijelkaar krijgen we dus:
-3x3+57x-90 =-3(x3-19x+30)
=-3(x-2)(x2-2x+15)
=-3(x-2)(x+5)(x-3)
Et voila.

Mocht je een stap niet begrijpen laat het dan maar horen

M.v.g.
Peter

PHS
18-9-2003


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#14401 - Vergelijkingen - Leerling bovenbouw havo-vwo