|
|
\require{AMSmath}
2 logaritmen
Hallo, zou u me hiermee willen helpen: 1. berekenen a^(y-z).b^(z-x).c^(x-y), als x=log a; y=log b; z=log c. 2. ik los ò(lnx/x dx) op met substitutie en krijg ln4, maar in de antwoorden staat 2(ln2)^2. Hoe kan ik tot het juiste antwoord komen? Dank U wel.
karina
Student universiteit - woensdag 9 juli 2003
Antwoord
Hallo Karina, eerst vraag 1: bedenk dat ay-z=ay·a-z=ay/az en dat bz-x=bz·b-x=bz/bx en dat cx-y=cx·c-y=cx/cy dus ay-z·bz-x·cx-y=(ay/az)·(bz/bx)·(cx/cy). Schrijf nu de termen met dezelfde macht in een breuk - handig, want bz/az=(b/a)z, enz. Je product wordt: (ay/az)·(bz/bx)·(cx/cy)=(b/a)z·(a/c)y·(c/b)x Vul nu in; x=log(a), y=log(b), z=log(c), zodat (b/a)z·(a/c)y·(c/b)x=(b/a)log(c)·(a/c)log(b)·(c/b)log(a)= eln(b/a)log(c)·eln(a/c)log(b)·eln(c/b)log(a). Met ln(b/a)log(c)=log(c)·ln(b/a)=log(c)·(ln(b)-ln(a)), enz. en log(a)=ln(a)/ln(10), enz. krijg je: eln(b/a)log(c)·eln(a/c)log(b)·eln(c/b)log(a)= e(ln(c)/ln(10))·(ln(b)-ln(a))·e(ln(b)/ln(10))·(ln(a)-ln(c))·e(ln(a)/ln(10))·(ln(c)-ln(b))= e(1/ln(10))·{ln(b)ln(c)-ln(a)ln(c)+ln(a)ln(b)-ln(c)ln(b)+ln(a)ln(c)-ln(a)ln(b)}. De grap (!?) is dat de termen tussen de accolades elkaar paarsgewijs opheffen en dat de som van al die termen 0 (nul) is. Je houdt dus over: e(1/ln(10))·0=e0=1. Vraag 2: om tot een numerieke uitkomst te geraken heb ik de integratiegrenzen nodig. Helaas heb je die niet gegeven, daarom een paar tips: substitueer u=ln|x| zodat du/dx=1/x en dus du=(1/x)dx. De integraal gaat dan over in ò(ln(x)/x)dx=ò(ln|x|·(1/x))dx=òudu (let op! nu veranderen de grenzen mee!) en òudu=u2/2=(ln2x)/2 (let op! nu veranderen de grenzen opnieuw mee terug zodat je weer de originele integratiegrenzen, onder- en bovenwaarde, in kunt vullen).
Sander
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 9 juli 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|