|
|
\require{AMSmath}
Periodieke trillingsfunctie -> integraal
Kheb dus meegedaan aan dat examen van burg ing, de moeilijkste vraag was het volgende Je krijgt een schets van een functie, aangezien ik dit hier niet kan tekenen zal ik ze beschrijven we verbinden het punt (0,1) met (1,0) en (1,0) met (2,0) dan hebben als het ware twee lijnstukje die een hoek vormen de functie is periodiek en dat wil zeggen dat we vervolgens (2,1) verbinden met (3,0) en (3,0) met (4,0)dan weer (4,1) verbinden met (5,0)en zo verder deze functie loopt ook zo door aan de linkerkant van de x-as, maar dat doet eigenlijk niet terzake denk ik deze functie is f(t) wanneer een wetenschapper de trillingsfunctie wil vinden (in een bepaalde vorm) moet hij A en de hoek gamma berekenen we vinden deze uit het stelsel: A *sin(gamma) = 2/T * integraal van 0 tot T van ( f(t) * cos(2pi t /T) ) A *cos(gamma)= 2 / T * integraal van 0 tot T van ( f(t) * sin(2pi t /T) ) met gamma tussen -pi en pi (of er gelijk aan) en A groter of gelijk aan nul bereken A en de hoek. Als u de grafiek bekijkt kan u daaruit afleiden dat T=2 Dit was de vraag, voor die hoek kom ik nogal boogachtig uit, als je weet wat ik bedoel... Groetjes en veel rekenplezier
Compug
3de graad ASO - donderdag 3 juli 2003
Antwoord
De eerste integraal is 2/p2, de tweede integraal is 1/p waaruit A2 = (2/p2)2 + (1/p)2 tan(g) = 2/p
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 3 juli 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|