Vierdegraadsvergelijking
Ik heb ooit eens een vraag gesteld over hoe ik het functie voorschrift kon opstellen van een vierdegraadsfunctie als je de grafiek krijgt en je de nulpunten ziet, evenals e verschuiving langsheen de y-as. Toen wist ik van toeten nog blazen. Nu weet ik 'hoe' eraan te beginnen. De vorm van een vierde graadsvergelijking ziet er zo uit. f(x)=ax4+bx3+cx2+dx+e gelijk aan nul stellen en de nulwaarde invullen. Een voorbeeldje. nulpunten (x=-2),(x=-1),(x=1),(x=2)(e=-4) Dus nen helen boterham van vergelijkingen. {16a-8b+4c-2d-4=0 {a-b+c-d-4=0 {a+b+c+d-4=0 {16a+8b+4c+2d-4=0 ('k heb de 'e' al direct ingevuld) Een stelseltje met 3 onbekenden tot daar aan toe, maar met 4? 'k Weet nu ni zen , maar is dit wel leerstof voor het 4e middelbaar ASO?:) Kan iemand mijn wat technieken aanbregen om zulke vergelijkingetjes op te lossen. Dank je
Ruben
2de graad ASO - dinsdag 15 april 2003
Antwoord
Laten we er van uitgaan dat het stelsel oplosbaar is. Meestal worden zulke stelsels opgelost door wat men Gauss-eliminatie noemt, maar wat dat precies is, is voor volgend jaar. Ik raad je het volgende aan: · Neem een vergelijking en los ze op naar een van de onbekenden [bvb. de eerste oplossen naar a - a=1/16(8b-4c+2d+4)]; · Vul die oplossing voor a in in de andere vergelijkingen; · Herhaal dit voor de overgebleven vergelijkingen. Uiteindelijk hou je 1 vergelijking over met 1 onbekende. Met behulp van de tussentijdse substituties vind je dan ook de andere onbekenden.
dinsdag 15 april 2003
©2001-2024 WisFaq
|