Vectorvoorstelling en uitrekenen van coördinaat
De volgende opgave vond ik lastig bij b en c a gaat wel:
Van een driehoek ABC zijn gegeven de punten A(-2,-2) en B(4,2). De zwaartelijnen uit A en B snijden elkaar in Z(0,3).- Bepaal een vv van de lijn l door A en B
Hier bij heb ik l: (-2,-2)+l(6,4). - Bepaal de vergelijking van Z door het midden van AB
- Bereken de coördinaten van punt C.
Mboudd
Leerling mbo - zaterdag 4 januari 2020
Antwoord
Je antwoord op vraag a is correct.
Bij vraag b) neem ik aan dat je bedoelt: "Bepaal de vergelijking van de lijn door Z en het midden van AB". Dit gaat op dezelfde wijze als bij vraag a. Het midden van AB noem ik D. De vergelijking van de lijn m door Z en D wordt dan:
m: z + $\lambda$(d-z).
Hoe je de vector d vindt, is uitgelegd bij Re: Tekenen van een scherphoekige driehoek met hoogtelijn AD en BE:
d = a+1/2(b-a)
Voor vraag c) volg je ook weer de denkwijze zoals uitgelegd bij Re: Tekenen van een scherphoekige driehoek met hoogtelijn AD en BE. Bedenk dat het zwaartepunt Z op 1/3 van de afstand DC ligt. De afstand DC is dus drie keer zo groot als de afstand DZ. De vector c vind je dus met:
c = d + 3(z-d)
zondag 5 januari 2020
©2001-2024 WisFaq
|