Waarom kun je bij de volgende vergelijkig niet links en rechts wegdelen? Ik krijg maar 1 oplossing terwijl het er 3 moeten zijn:
Gegeven zijn de functies f en g gedefinieerd door :
f(x)=x2-2x-3 en g(x)=(x-3)f(x)
Los op: f(x)=g(x)
Waarom mag je links en rechts niet delen door: x2-2x-3
zodat je krijgt 1=x-3$\Rightarrow$x=4
Maar x=-1 v x=3 zijn ook oplossingen volgens het antwoordboek. Hoe moet je dit algebraïsch opschrijven dat is net datgene wat ik heb weggedeeld?
mboudd
Leerling mbo - vrijdag 13 december 2019