\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Meetkunde

Gegeven zijn de lijn l:5x−4y=40 en de punten A(12,3) en B(2,-2).
  1. Lijn m gaat door de punten A en B. Bereken de coördinaten van het snijpunt van de lijnen l en m.
  2. Stel een vergelijking op van de lijn p door het midden van lijnstuk AB die loodrecht op lijn m staat.
Ik snap niet echt hoe ik met alleen 1 coördinaat, namelijk het midden de richtingscoëfficiënt kan berekenen bij b?

Romi
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 11 december 2016

Antwoord

De coördinaten van het midden van lijnstuk AB zijn (7,$\frac{1}{2}$) en voor de richtingscoëfficiënt van lijn p geldt:

$rc_p\cdot rc_m=-1$

De richtingscoëfficiënt van $m$ had je al bij a. berekend toch?
Ben je er dan uit?


zondag 11 december 2016

©2001-2024 WisFaq