Vraagstuk met 3 onbekenden
1. In een afdeling van een autofabriek worden drie modellen A,B en C gemaakt. Voor de assemblage zijn er 52 manuren nodig voor model A, 78 voor model B en 94 voor model C. In deze afdeling werken 260 arbeiders gedurende 32 uur per week. De marktafdeling voorspelt dat de vraag naar model A dubbel zo groot zal zijn als de vraag naar model B en dat de vraag naar model C 10% van de productie zal bedragen. Hoeveel auto's zal men per week produceren, rekening houdend met de prognoses van de marketing ? Ik denk dat ik sommige vergelijkingen heb, maar geraak niet verder. 52x + 78y +94z=8320 en 2x= y, maar dan z = 1/10(x+y+z)??
Vannes
3de graad ASO - zondag 29 mei 2016
Antwoord
Hallo Vanneste, Je bent goed op weg, alleen heb je een denkfout gemaakt bij je tweede vergelijking. Er worden 2 keer zoveel auto's van model A gevraagd als van model B, dus x is twee keer zo groot als b: x = 2y Je krijgt dus: 52x + 78y +94z = 8320 x = 2y z = 0,1(x+y+z) De laatste vergelijking kan je herschrijven: z = 0,1x + 0,1y + 0,1z 0,9z = 0,1x + 0,1y 9z = x + y Het stelsel wordt dan:52x + 78y +94z = 8320 (1) x = 2y (2) 9z = x + y (3) Vul (2) in (3) in: 9z = 2y + y 9z = 3y y = 3z (4) Vul dit weer in (2) in: x = 6z (5) Vergelijking (1) wordt dan: 52·6z + 78·3z + 94z = 8320 Hiermee kan je z berekenen. Vul de gevonden waarden in (4) en (5) in om x en y te vinden. Ik vind: x = 78 y = 39 z = 13 Jij ook?
zondag 29 mei 2016
©2001-2024 WisFaq
|