Kruisende halve rechten
Men geeft twee kruisende halve rechten A en B met beginpunten a en b en waarvoor[ab] het gemeenschappelijk loodlijnstuk is. We nemen c een element van A, de element van B en stellen P=||ac||,Q=||bd||. Druk ||cd|| uit in P,Q en R=||ab|| Bereken ||cd|| voor P=7,Q=4,R=4 De hoekgrootte van A en B= 60° Ik weet dat de oplossing de vierkantswortel van 53 is, maar ik weet niet hoe je er moet aankomen. Bij voorbaat dank.
Dekete
3de graad ASO - zondag 16 februari 2003
Antwoord
Breng door halfrechte B een vlak aan dat evenwijdig is aan halfrechte A. Laat nu vanuit punt c een loodlijn neer op dat vlak. Het eindpunt noemen we e. Dan is ce = 4. Gebruik nu de cosinusregel in driehoek bde, waarbij Ðb = 60°. Je krijgt: de2 = 72 + 42 - 2.7.4.cos60° = 37, zodat de bekend is. Pythagoras in driehoek cde levert nu op: cd2 = 37 + 16 = 53. Het is duidelijk dat je even een plaatje moet maken. Teken een 'horizontaal' vlak, leg daar halfrechte B in en teken de andere halfrechte nu boven dit vlak, evenwijdig aan dit vlak en met de voorgeschreven hoek van 60°. Ik denk dat je het dan meteen zult zien.
MBL
maandag 17 februari 2003
©2001-2024 WisFaq
|