Vraag bij een exponentiële vergelijking
We moeten nu exponentiële vergelijkingen algabraïsch kunnen oplossen. Maar er is één ding wat ik niet helemaal snap.
Bijvoorbeeld de oplossing van de volgende vergelijking: 2x-3 = 8√2 2x-3 =23·21/2 2x-3 = 231/2
Maar waarom verdwijnt er nu een 2? Dat snap ik niet helemaal, ik zou juist denken dat je 2·2 doet en dan de exponenten bij elkaar optelt, dus 431/2
Frans
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 30 november 2014
Antwoord
Je kunt $8\sqrt{2}$ schrijven als een macht van 2. Dat wordt dan:
$8\sqrt{2}=2^{3}\cdot2^{\frac{1}{2}}=2^{3\frac{1}{2}}$.
Uiteindelijk los je de vergelijking zo op:
$ \eqalign{ & 2^{x - 3} = 8\sqrt 2 \cr & 2^{x - 3} = 2^3 \cdot 2^{\frac{1} {2}} \cr & 2^{x - 3} = 2^{3\frac{1} {2}} \cr & x - 3 = 3\frac{1} {2} \cr & x = 6\frac{1} {2} \cr} $
Dus ergens klopt er iets niet met die uitwerking.
zondag 30 november 2014
©2001-2024 WisFaq
|