Logaritmische vergelijkingen
Hallo,
Bij volgende 3 oefeningen zit ik vast in mijn berekeningen, wie kan mij helpen?- logx(2) + log2x(16) = 11/6
- log5x(x) + 21/4 log25(x) = 0,5
- x + log2(2x - 7) = 3
Iets net na de log staat voor mijn grondtal, dus bij bv. de eerste oefening is mijn grondtal x en 2x
Alvast bedankt!
Alexan
Student Hoger Onderwijs België - maandag 6 januari 2014
Antwoord
- Schrijf de logaritmen als log(2)/log(x) resp. log(16)/log(2x) en neem nu het grondtal 2. Als 2log(x) = p wordt genoemd, dan krijg je 1/p + 4/(p+1) = 11/6 wat leidt tot p=2 of p = -3/11 waarna x volgt.
- Min of meer idem maar nu grondtal 5 kiezen.
- Schrijf x als 2log(2x)
MBL
maandag 6 januari 2014
©2001-2024 WisFaq
|