Welke gelijkbenige driehoek met omtrek 25 cm heeft de grootste oppervlakte?
Ik maakte een schets waarbij ik de driehoek in 2 kleinere driehoeken verdeelde langs de hoogte: dus de basis werd in 2 verdeeld.
dus oppervlakte = 2b·h/2 = b·h
en omtrek: 25 = 2b + 2 √(b2+h2) -$\to$ door pythagoras
Als ik de ene formule in de andere invul kom ik uit dat
h = √((625-100b)/4).
Hoe moet ik verder? (met afgeleide)
Enya
3de graad ASO - zondag 26 mei 2013