Modulo rekenen
Modulo rekenen is niet echt mijn ding, ik zit in mijn cursus vast bij de volgende berekening:
vergelijking 1: 1 = 55 - (2 ∙ 27)
Vergelijking 2: 2 = 32232 - (55 ∙ 586) = -(55∙586) mod 32232
2 invullen in 1 geeft: 1 = 55 -(-(55 ∙ 586)∙ 27) mod 32232 = 55 + (55 ∙ 586 ∙ 27) mod 32232 = 55 ∙ (586 ∙ 27 + 1) mod 32232 ......
De overgang van de voorgaande stap naar de vetgedrukte stap zijn voor mij niet duidelijk... alvast bedankt!
Lore
3de graad ASO - woensdag 9 januari 2013
Antwoord
Aangenomen dat je het hebt over de laatste twee regels (het vetgedrukte is niet te zien!): het getal 55 dat je twee keer ziet staan in de voorlaatste regel, wordt buiten haakjes gehaald. Vergelijk het maar eens met a + abc waarvan men a(1 + bc) maakt. Die a is hier dan 55 en het getal 1 tussen de haakjes heeft men achteraan gezet.
MBL
woensdag 9 januari 2013
©2001-2024 WisFaq
|