Vergelijking met dubbel delen
Hallo, Ik heb een vergelijking die ik graag wil oplossen maar kom er niet uit. De vergelijking is als volgt: ((a/b)·(b-c))/c=d Van deze vergelijking wil ik de b weten en weet ik de volgende getallen; a=3000 b=? c=102 d=3.09 Hieruit volgt dus de volgende situatie: ((3000/b)·(b-102))/102=3.09 Ook weet ik dat b ongeveer 114 is. Het mooiste zou zijn als iemand mij kan helpen deze vergelijking zo 'om te bouwen' dat na het invullen van a, c en d de b eruitrolt. ik ben zover dat dc= (a/b)·(b-c). maar nu lukt het mij niet om de c aan één kant van het = teken te krijgen en de rest aan de andere kant. Ik hoop dat iemand mij kan helpen, met vriendelijke groet, Jop
Jop
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 19 december 2011
Antwoord
Jop, Uit (a/b)·(b-c)=dc volgt dat 1-c/b=cd/a, dus b/c=a/(a-cd) en b=ac/(a-cd).
kn
maandag 19 december 2011
©2001-2025 WisFaq
|