Vergelijking met haakjes
Ik ben bezig met wiskunde, ik dacht dat ik de vergelijkingen nog wel zou begrijpen, maar helaas... Mijn antwoorden komen in de verste verte niet overeen met de antwoorden in het boek.
Zou jij mij stap voor stap uitleggen hoe dit werkt, vooral met die stomme haakjes?
Zoals: 3(4x-6) = 5(-3x+7$\frac{1}{5}$) 1/2(-4x+6)=-4(2x-3)
Deze snap ik wel 9x = 4(5+x)
MS
Leerling mbo - donderdag 3 november 2011
Antwoord
Die haakje staan er om aan te geven dat je wat tussen de haakjes staat moet vermenigvuldigen. $ \eqalign{ & 3\left( {4x - 6} \right) = 5\left( { - 3x + 7\frac{1} {5}} \right) \cr & 12x - 18 = - 15x + 36 \cr & 27x = 54 \cr & x = 2 \cr} $ De andere opgave gaat precies zo. Probeer dat maar 's.
donderdag 3 november 2011
©2001-2024 WisFaq
|