De gelijkhed die gegeven is: tan(a+(p/6))·tan(a-(p/6))=(1-(2·cos2a))/(1+(2·cos2a)) Ik heb al op verschillende manieren geprobeert dit aan te tonen, maar het lukt me maar niet.
Nu teller en noemer vermenigvuldigen met 3cos2a. Dan wordt de teller gelijk aan 3sin2a-cos2a=sin2a+cos2a+2sin2a-2cos2a=1-2cos2a. De noemer gaat analoog.