Extremum probleem
Hallo, Ik heb al 2 uur zitten zoeken op een oefening die we moeten maken in de klas maar ik kom er maar niet uit. Zou er iemand eens naar willen kijken alstublieft? Opgave: De energie die een vis per tijdseenheid verbruikt als hij zwemt met een snelheid v is evenredig met v3. Vissen die migreren proberen de energie nodig om een bepaalde afstand af te leggen te minimaliseren. Als een vis tegen de stroming met een snelheid u (uv) zwemt, is de tijd die hij nodig heeft om zich te verplaatsen over een afstand d gelijk aan d/(v-u). Hieruit volgt de uitdrukking voor de verbruikte energie E(v)= k.v3.d/(v-u) waarbij k een evenredigheidsconstante is. Uit experimenten blijkt dat vissen die migreren tegenstroom zwemmen met een snelheid die 50% hoger ligt dan de stromingssnelheid. Toon aan dat je deze snelheid met bovenstaand model vindt bij minimaal energieverbruik.
Valeri
3de graad ASO - dinsdag 18 mei 2010
Antwoord
Valerie, Als je de afgeleide neemt ven E(v) vind je dat E'(v)=kdv2(2v-3u)/(v-u)2=0 voor v=1,5u.Dus v ligt 50% hoger dan u bij minimale v.
kn
dinsdag 18 mei 2010
©2001-2024 WisFaq
|