\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Klassenindeling en intervallen

µ=110 en =13

dit gaat over heel veel appels, je moet ze indelen in vier gewichtsklassen die elk uit evenveel appels moeten bestaan:
je gaat aan de gang met vuistregels etc, en je vindt het volgende:

klasse 1=[0;101,23],
klasse 2=101,23;110],
klasse 3=110;118,77],
klasse 4=118,77;

mijn vraag:
stel je hebt deze indeling gemaakt,nu krijg je een verdeling van gewichten van appels, waar moet je de appels met een gewicht zoals de grenswaarden dan indelen, dus bv:
waar deel je een appel van 110 gram in, waar deel je er een van 101,23 in enz?

en ik heb hier nog een vraag over:
het is misschien iets wat ik echt al zou moeten weten maar:
waarom worden deze en deze ]tekentjes op bepaalde plaatsen gebruikt in de som?

alvast heel erg bedankt voor het antwoorden?

anne z
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 15 december 2002

Antwoord

De gebroken en rechte haakjes worden gebruik om intervallen aan te geven. Een gebroken haakje ( of ) betekent dat de grenswaarde er niet bijhoort. De rechte haakjes ([ en ]) betekenen dat de grenswaarde er wel bij hoort.

Dus [0;101,23] betekent alle waarde van 0 (inclusief 0 zelf) tot en met 101,23 horen in deze klasse.

Zo betekent 101,23;110] alle waarde vanaf 101,23 (101,23 zelf niet (die zat immer al in klasse 1)) tot en met 110.

Enzovoort..., dus 110 komt in klasse 2 en 101,23 in klasse 1.

Voorbeelden:

[-3,4]alle getallen van -3 tot en met 4
<-3,4]alle getallen tussen -3 en 4 of 4 zelf.
<-5,>alle getallen groter dan -5
[-5,>alle getallen groter of gelijk aan -5
<¬,Ö2]alle getallen kleiner of gelijk aan Ö2


zondag 15 december 2002

©2001-2024 WisFaq