In 1869 ontdekten Ernst Weber en Gustav Fechner dat veranderingen van zintuiglijke prikkels niet in constante stappen worden waargenomen, maar in verhoudingen. Zo luidt de wet van Weber:Het nog net waarneembare verschil is een constant gedeelte van de intensiteit van de stimulus.
Deze wet is van toepassing op alle soorten zintuiglijke gewaarwordingen: helderheid van licht, geluidssterkte, toonhoogte, gewichten torsen, zoute smaak, geur van rubber,...
Een gevolg hiervan is dat wanneer wetenschappers een meetschaal uitvinden die zuiver empirisch is (d.i. op waarneming gebaseerd), deze schaal een logartimisch karakter vertoont. Dat wil zeggen dat verschillen op de schaal overeenkomen met verhoudingen in de realiteit.
Kijk verder op