Derdegraadsvergelijkingen
Hoe laat je zien dat[ x3 + 6x = 20 ] als enige oplossing x = 2 heeft, gebruikmakend van deze manier: voorbeeld: x3 - 2x2 - 6x + 7 = 0 , eenoplossing is x = 1. x3 - 2x2 - 6x + 7 = (x-1)(x2 + ax + b) . x3 - 2x2 - 6x + 7 = x3 + (a-1)x2 + (b-a)x - b . dus dan is a - 1 = -2, b - a = -6, -b = 7. Dit geeft dan: a = -1, b = -7 . dus: x3 - 2x2 - 6x + 7 geeft (x-1)(x2-x-7) = 0 . D = b2 - 4ac = (-1)2 - 4 · 1 · -7 . x-1 = 0 OF x = -b-ÖD / 2a OF x = -b+ÖD / 2a -----------------------EINDE VOORBEELD------------- Het voorbeeld begrijp ik wel, maar ik begrijp niet hoe je bij een vergelijking als [ x3 + 6x = 20 ] kunt aantonen dat de enige oplossing in dit geval 2 is met behulp van de manier in het voorbeeld. Bij voorbaat dank, Willem
Willem
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 6 mei 2008
Antwoord
dag Willem, Pas nu eens dezelfde werkwijze als het voorbeeld toe op de gevraagde situatie: x3 + 6x = 20 x3 + 6x - 20 = 0 Een oplossing is x=2: x3 + 6x - 20 = (x-2)(x2 + ax + b) Bereken dan a en b zoals in het voorbeeld. Ga vervolgens na wat de discriminant van de tweedegraads factor wordt. Lukt dat dan? Succes.
dinsdag 6 mei 2008
©2001-2024 WisFaq
|