Re: Goniometrische breuk
ja, de noemer is geen probleem voor mij om op te lossen, het gaat mij om hoe ik de teller moet 'omvormen' tot een eenvoudige integraal.....om maar is verder te gaan met de eerste opgave: sin3x/cos10x = sinx.sin2x /cos10x= sinx· 1/2(1-cos(2x))/cos10x... hoe moet ik dan de teller combineren met de noemer? bvd, Carlos
carlos
Student universiteit - zondag 9 december 2007
Antwoord
Ik bedoel met 1-cos2x wel degelijk 1-cos2x, ik snap niet waarom je overstapt naar de dubbele hoek, dat maakt het zootje niet eenvoudiger. sin3(x) / cos10(x) dx = (sin(x)(1-cos2(x)) / cos10(x)) dx = sin(x)dx/cos10(x) - sin(x)dx/cos8(x) = -d(cos(x))/cos10(x) + d(cos(x))/cos8(x) Met t=cos(x) = -dt/t10 + dt/t8 en die zijn toch wel behoorlijk eenvoudig
zondag 9 december 2007
©2001-2024 WisFaq
|