Oefentoets statistiek vwo5
Wil iemand voor mij kijken waar ik de fout in ga? Alvast bedankt
In een oefentoets
Vraag 1d
3 kleuren uitkiezen uit 4 Þ 4 boven 3 (4nCr3) = 4 mogelijkheden
Stel voor dat men wwrb heeft gekozen ( 2 dezelfde kleuren mogen niet naar elkaar, 4 mogelijkheden namelijk: wrwb wbwr rwbw en bwrw
Totale mogelijkheden : 4x4=16 In de uitwerking staat echter:
Totale mogelijkheden : 4x4x3
Weet iemand waar dat 3 vandaan komt?
Nog een vraag:
Opgave 3c)
Ik neem aan dat de juiste antwoord 1-(5/6)2 heb ik gelijk of niet?
karim
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 8 november 2007
Antwoord
dag Karim,
Eerste vraag: Die 3 komt door het feit dat jij in jouw uitwerking de kleur w tweemaal gebruikt. Dit levert 4 mogelijkheden op. Maar je kunt ook de kleur b tweemaal kiezen, wat dus ook weer 4 mogelijkheden levert. En ook kleur r. Vandaar die 3.
Tweede vraag: Waarom ^2? Er wordt toch driemaal gegooid? Daarom dus: 1 - (5/6)3 groet,
vrijdag 9 november 2007
©2001-2024 WisFaq
|