WisFaq!

\require{AMSmath} geprint op vrijdag 22 november 2024

Oefentoets statistiek vwo5

Wil iemand voor mij kijken waar ik de fout in ga? Alvast bedankt

In een oefentoets



Vraag 1d

3 kleuren uitkiezen uit 4 Þ 4 boven 3 (4nCr3) = 4 mogelijkheden

Stel voor dat men wwrb heeft gekozen ( 2 dezelfde kleuren mogen niet naar elkaar, 4 mogelijkheden namelijk:
wrwb wbwr rwbw en bwrw

Totale mogelijkheden : 4x4=16
In de uitwerking staat echter:



Totale mogelijkheden : 4x4x3

Weet iemand waar dat 3 vandaan komt?

Nog een vraag:

Opgave 3c)



Ik neem aan dat de juiste antwoord 1-(5/6)2
heb ik gelijk of niet?

karim
8-11-2007

Antwoord

dag Karim,

Eerste vraag:
Die 3 komt door het feit dat jij in jouw uitwerking de kleur w tweemaal gebruikt. Dit levert 4 mogelijkheden op. Maar je kunt ook de kleur b tweemaal kiezen, wat dus ook weer 4 mogelijkheden levert. En ook kleur r.
Vandaar die 3.

Tweede vraag:
Waarom ^2? Er wordt toch driemaal gegooid? Daarom dus: 1 - (5/6)3
groet,

Anneke
9-11-2007


© 2001-2024 WisFaq
WisFaq - de digitale vraagbaak voor het wiskunde onderwijs - http://www.wisfaq.nl

#52938 - Telproblemen - Leerling bovenbouw havo-vwo