Rozijnen in deeg
Ik heb 20 rozijnen in deeg. Ik maak 10 gelijke broodjes. Wat is de kans dat ik in 1 broodje geen rozijn vind?
Cees S
Student universiteit - dinsdag 19 juni 2007
Antwoord
Helaas was het antwoord dat hier eerder stond fout....
Van medebeantwoorder JCS kreeg ik het volgende antwoord: Beste Cees, Interessant probleem, maar niet zo simpel. Iedere rozijn kan in ieder van de 10 stukken terecht komen. 1020 mogelijkheden. In een andere, meer gebruikelijke vorm: 20 knikkers in 10 bakjes. Iedere knikker kan (onafhankelijk van de andere knikkers) in ieder van de 10 bakjes vallen. Bekende zaken: 1) Het aantal knikkers in bakje i is binomiaal verdeeld met n = 20, p = 1/10 De kans dat bakje i leeg is is dus (9/10)^20 = 0,12157... 2) Het aantal lege bakjes X heeft verwachting 10* 0,12157... = 1,12157 (Dit wegens de optel-eigenschap van de verwachting) Hieruit volgt al dat er vermoedelijk een flinke kans zal zijn op 1 leeg bakje, maar het kunnen er ook gemakkelijk 0, 2, of 3 zijn. Met de methode van "inclusie en exclusie" kun je de kans op minstens één leeg bakje berekenen. Dat gaat zo: Laat Ai de gebeurtenis zijn : "bakje i is leeg", i = 1, 2,...,10 (Dus PAi = (9/10)^20 ) En verder S1 = PA1 + PA2 + ...+ PA10, S2 = de som van alle kansen PAiAj (met i < j) Dat zijn er C(10,2) = 45, Dus S2 = 45*(8/10)^20 = 0,51881... S3 : de som van alle kansen op drietallen lege bakjes. S3 = C(10,3) * (7/10)^20 = 0,09575... Enzovoort. Dan zegt de regel van inclusie en exclusie : P(minstens één bakje leeg) = P(X„ 0) = S1 - S2 + S3 - S4 +.....- S8 + S9. Ook voor de kansen op 1, 2, etc zijn er formules. P(X = 1) = S1 - 2*S2 + 3*S3 - 4*S4 + ... P(X =2) = S2 - 3*S3 + 6*S4 - 10*S5 + ... Algemeen: P(X=k) = Sk - C(k+1,k)*Sk+1 + C(k+2,k)*Sk+2 .... Als je meer wilt weten over deze fraaie methode, lees dan bv het klassieke boek van W. Feller: An Introduction to Probability Theory. Of een ander goed boek natuurlijk. Groet, JCS
dinsdag 19 juni 2007
©2001-2024 WisFaq
|