We hebben de volgende integraal:
(S=als integraalteken gebruikt)
e
S ((4·ln(x)2)/x) - (1/x) dx
e^˝
Nu moeten we dit gaan primitiveren.
Als oplossing in het antwoordenboek staat:
e
= [4/3·ln(x)3-ln(x)]
e^˝
Wat ik niet begrijp: als je ((4·ln(x)2)/x) hebt, dan kan je dat ook schrijven als (4·ln(x)2)·(1/x).
Maar de factor ·(1/x) kan ik helemaal niet meer terugvinden in de primitieve!
Want 4/3·ln(x)3 is de primitieve van 4·ln(x)2, en -ln(x) is de primitieve van -(1/x), maar wat is er nu met die ·(1/x)gebeurd?
Anne Z
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 28 oktober 2002