Differentiaalvergelijking van de 1e orde, zou eenvoudig moeten zijn
dy/dx=x2y3 y(1)=3 Deze wil ik oplossen. 1. ik zet alle y-dingen aan 1 kant en alle x-dingen aan de andere kant: dy/y3=x2dx 2. beide kanten integrerenzodat zodat dy en dx verdwijnen -1/(2y2)=((x3)/3) + C 3. C berekenen. y(1)=3 geeft (-1/18)=(1/3)+C C=-7/18 En nu wordt het lastig. Als ik een differentiaal vergelijking moet oplossen dan moet ik altijd iets hebben wat lijkt op y(x)= *#*#*# ? Als je heel die regel vermenigvuldigt met 2 dan krijg ik -1/(y2) =2/(3x2) -7/9 En dan ik ook nog wel links en rechts vermenigvuldigen met -1 1/(y2) = -2/(3x2) + 7/9 Dan lijkt het al net ofdat de Y dichtbij is. Misschien kan ik nu zeggen dat 1/(y2) = -2/3(x^-2) +9/7)^-1 Gaat het goed zo? En zo ja, wat kan ik nu doen om y weg te krijgen onder die breukstreep? Als er y2 stond dan kon je aan beide kanten de wortel nemen denk ik, maar nu staat er y^-2, het negatieve exponent kan ik niet wegkrijgen.
Ronald
Student universiteit - zaterdag 10 maart 2007
Antwoord
Dag Ronald, Je hebt een foutje gemaakt bij de macht van x: die is plots van 3 naar 2 veranderd. Voor de rest was het wel goed, op je laatste formuleregel na: het omgekeerde van een som is niet de som van de omgekeerden! Dus hoe die 7/9 plots in 9/7 verandert, en die x2 die van noemer naar teller springt, daar klopt niet al te veel van... Je komt dus wel correct op 1/(y2) = -2/(3x3) + 7/9 Neem hiervan nog de wortel, dit geeft 1/y = Ö(-2/(3x3) + 7/9) (let op: misschien had je een minteken voor de wortel moeten zetten, maar dit blijkt niet zo te zijn als je je randvoorwaarde y(1)=3 nog eens invult) En dan neem je zowel links als rechts het omgekeerde: y = 1/(Ö(-2/(3x3) + 7/9)) en zo kom je tot de gewenste vorm y=f(x). Groeten, Christophe.
Christophe
zaterdag 10 maart 2007
©2001-2024 WisFaq
|