Wortelvergelijkingen
Ik heb werkelijk geen idee hoe ik de volgende vergelijking moet oplossen, en loop daarom vast met mijn huiswerk... x=1+2Ö(1-x) in mijn antwoordenboekje staat wel dat het antwoord 1 is, maar daar heb ik weinig aan.
Rosann
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 5 januari 2007
Antwoord
Beste Rosanne, Herschrijf: x-1 = 2Ö(1-x) of (x-1)/2 = Ö(1-x). Je kan nu beide leden kwadrateren, voorwaarde is wel dat het linkerlid niet negatief mag zijn. Na kwadrateren krijg je: (x-1)2/4 = 1-x Dit is een kwadratische vergelijking in x, dat kan je oplossen. Nadien wel controleren of de oplossingen aan de voorwaarde (of aan de oorspronkelijke vergelijking) voldoen. mvg, Tom
vrijdag 5 januari 2007
©2001-2024 WisFaq
|