Rekenen met variabelen
Ik krijg de opdracht: schrijf de volgende formules zo klein mogelijk.
p + p = 2p p · p = p2
Maar ik kom er ook een paar tegen waar ik niet uit kom. Zoals deze:
4p2 - 3p + p2 - 3p =
Het struikelblok voor mij is denk ik vooral die 2 die tot de macht van 2 staan. Bij 4p2 - 3p kan je er niet simpelweg 3 aftrekken lijkt me, maar hoe het wel moet weet ik niet.
Nog zo een is:
4ab - 3b - 5ab =
Kunnen jullie hier misschien wat uitleg over geven?
Alvast bedankt
Leslie
Leerling mbo - zondag 15 oktober 2006
Antwoord
Je kunt alleen gelijksoortige termen samennemen. Gelijksoortige termen zijn termen met dezelfde variabelen met dezelfde machten... populair gezegd: dezelfde letters met dezelfde exponenten.
Bij 4p2-3p+p2-3p zijn 4p2 en p2 dus gelijksoortige termen... ook -3p en -3p zijn gelijksoortige termen, sterker nog: ze zijn hetzelfde....
Dus 4p2-3p+p2-3p = 5p2 - 6p
Zo ook bij 4ab-3b-5ab zijn 4ab en 5ab gelijksoortige termen... dus:
4ab-3b-5ab = -1ab-3b = -ab-3b
Hopelijk helpt dat...
zondag 15 oktober 2006
©2001-2024 WisFaq
|