Natuurlijke logaritme
Hoe los ik de volgende ongelijkheid op: (ex+2)(ln2x-3·lnx-4)<0
Jos
Student hbo - zaterdag 24 augustus 2002
Antwoord
Bij het oplossen van ongelijkheden in de vorm van f(x)<0, schets je eerst de functie, bepaal je vervolgens voor welke waarden van x geldt dat f(x)=0, en tot slot bepaal je aan de hand van de grafiek op welke intervallen dan moet gelden dat f(x)<0. als je goed kijkt naar de functie die jij opgeeft: (ex+2)(ln2x-3lnx-4) dan zal je opvallen dat het eerste stuk, dus (ex+2) altijd groter is dan nul. immers ex>0 dus ook ex+2>0 voor alle x. Ons probleem wordt dus teruggebracht tot: (ln2x-3lnx-4)<0 Û (lnx-4)(lnx+1)<0 Nu eerst kijken wanneer (lnx-4)(lnx+1) gelijk is aan nul. Dit is het geval wanneer lnx=4 Ú lnx=-1 dus wanneer x=e4Úx=e-1=1/e De laatste stap: bepalen op welk(e) interval(len) geldt dat (lnx-4)(lnx+1)<0. Addertje onder het gras: het stukje functie (ex+2) dat we zojuist 'weggegooid' hebben, doet nog wel mee bij eventuele beperkingen van het Domein. Nu gaat dat goed want het domein van ex+2 is dus dat legt geen beperkingen op. Had er in plaats van (ex+2) nou bijvoorbeeld gestaan ((4-x2) + 2) dan was het domein van dit stukje [-2,2] geweest en had dat op het laatst een beperking opgelegd aan de uiteindelijke intervallen die je geeft als antwoord. let hier goed op. groeten, martijn
mg
zaterdag 24 augustus 2002
©2001-2024 WisFaq
|