Inverse functie
Bepaal de inverse functie y=f inv(x) van y=f(x) gegeven door y=2sin(3x), x een element van [- /6, /6], y een element van [-2,2]
R
Student hbo - woensdag 19 juni 2002
Antwoord
y=2sin(3x) De inverse functie begin je te zoeken door op de plaats van de x een y te zetten, en op de plek van elke y een x. x=2sin(3y)Û x/2 = sin(3y)Û dit is van de vorm a = sin(b), en dus b=arcsin(a) 3y = arcsin(x/2)Û y=1/3 . arcsin(x/2). Nu is het domein van de functie arcsin(x) [-1,1] dus dit klopt mooi met het feit dat het domein van arcsin(x/2) [-2,2] is, dit zijn namelijk de x-waarden. Het domein van 1/3.arcsin(x/2) (te weten [-2,2]), klopt tevens mooi met het bereik van deze functie (te weten [- /6, /6] ) ga dit na groeten, Martijn
mg
donderdag 20 juni 2002
©2001-2024 WisFaq
|