Een tetraëder bestaat uit 4 gelijkzijdige driehoeken. Laat de zijde van zo'n driehoek bijvoorbeeld eens 6 zijn. Met Pythagoras ontdek je dan moeiteloos dat de lengte van een hoogtelijn (tevens zwaartelijn) in zo'n driehoek dan gelijk is aan 27, wat overigens hetzelfde is als 3.3Nu moet je alleen nog even gebruiken dat de top van de piramide recht bóven het zwaartepunt van het grondvlak ligt en dat dat zwaartepunt de zwaartelijn verdeelt in de verhouding 1 : 2.
Het zwaartepunt ligt dus op een afstand van 1/3.27 van de zijden van de driehoek verwijderd. Maar dan is de cosinus van de hoek tussen bijv. grondvlak en opstaand vlak gelijk aan 1/327/27 = 1/3
De inverse cosinuswaarde van 1/3 is jouw gezochte 70,5°
MBL
zondag 2 juni 2002