Liesje, Ik heb uw vraag als volgt opgelost: minoren 1 ste rij 1ste lid ab(b'c'c"a"-b"c"c'a')-(!) bc(a'b'c"a"-a"b"c'a')+ca(a'b'b"c"-a"b"b'c')= aa"bb'cc"-aa'bb"c'c"-a'a"bb'cc"+bcaa"bb"cc'+aa'b'b"cc"-aa"b'b"cc' 2 de lid minoren 1 ste rij: aa"(b"bcc'-bb'c'c")-(!)b'b"(aa"cc'-aa'cc")+cc"(aa"bb'-aa'bb")=aa"bb"cc'-aa"bb'c'c"-aa"b'b"cc'+aa'bb"cc"+aa"bb'cc"-aa'bb"cc" Vergelijk nu deze 2 leden met elkaar en U zult een gelijkheid vinden.
Let op bij het uitroepteken omdat U daar een min moet nemen want de 1 ste rij + de 2 de kolom levert: 1+2=3 en 3 is een onpaar getal en daarom moet U daar een minteken plaatsen.Ook zo in het 2 de lid(ook ! teken) Groetjes en goede nacht Hendrik