Afgeleide van de sinus, cosinus en tangens
Ik moet nog even de laatste hand leggen aan mijn profielwerkstuk. Het enige wat ik nog nodig heb zijn de bewijzen dat:
f(x)=sin x $\to$ f'(x)=cos x f(x)=cos x $\to$ f'(x)=-sin x f(x)=tan x $\to$ f'(x)= 1/cos2 x = 1+tan2 x
Als jullie mij hierbij zouden kunnen helpen zou ik dat zeer op prijs stellen. Ik heb namelijk al aardig wat internetpagina's bekeken, maar niets kunnen vinden.
Henk v
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 16 juni 2004
Antwoord
Beste Henk,
Dit doen we via de limietdefinitie van de afgeleide. Als voorbeeld de afgeleide van de sinus. We krijgen:
.
Gebruikmakend van de verdubbelingsformule voor de cosinus weten we dat cos(x) = 1-2sin2(x/2), zodat sin(x)cos(h)-sin(x) = -2sin2(h/2)sin(x). Uit de standaardlimiet
zien we (met enige moeite) dat als h$\to$0 dan ook sin(x)cos(h)-sin(x)/h$\to$0.
We houden over:
.
Voor de laatste stap gebruiken we weer de standaardlimiet. Voor cos(x) doe je net zoiets, en voor tan(x) gebruik je de quotiëntregel.
Nawoord: ik ben dank verschuldigd aan een vragensteller die op een fout wees in de eerste versie van dit antwoord. Hij suggereerde een andere manier om te laten zien dat (cos(h) - 1)/h$\to$0 voor h$\to$0: vermenigvuldig de teller en noemer van (cos(h) - 1)/h met (cos(h) + 1) en maak gebruik van de identiteit sin2(h) + cos2(h) = 1.
Ook had hij nog een suggestie voor een alternatief: maak gebruik van de formule van Simpson voor sin(p) - sin(q) om de limiet van het differentiequotiënt te bepalen. Je hebt dan alleen nodig dat de limiet van sin(h/2) / (h/2) voor h$\to$0 gelijk is aan 1.
woensdag 16 juni 2004
©2001-2024 WisFaq
|