Vereenvoudig
zoude julie deze opgave voor me willen oplossen me de nodige stappen , 'k heb morgen examen wisk en dit is het enigste wat ik niet snap ...alvast bedankt [ sin(180-x) cos(270-x) tg(90+x)]/[sin(x-90)cos(x+270) dit is dus een grote breuk
manne
2de graad ASO - zondag 13 juni 2004
Antwoord
Hallo Manne, Probeer eerst alles in functie van x te krijgen en niet in 180-x of zo. Je moet daarvoor geen hopen formules van buiten kennen, je kan daarvoor de som- en verschilformules gebruiken. Voorbeeld: sin(a-b)=sin(a)cos(b)-sin(b)cos(a) Hier a=180, b=x. sin(180-x) = sin(180)cos(x)-sin(x)cos(180) = 0cos(x)-(-sin(x)) = sin(x) Dit verifieer je natuurlijk op de goniometrische cirkel: teken een hoek x (ik kies daarvoor altijd een kleine hoek, 15° bijvoorbeeld, dan zie je zelfs op een slechte schets nog makkelijk wat de cosinus en de sinus is), teken dan ook (180-x) en kijk of sin(180-x) gelijk is aan sin(x). Dit doe je voor elke term. Ik kom uit op: (sin(x)) (-sin(x)) (-cos(x)/sin(x)) / ((-cos(x)) (sin(x))) = -1 Je kan eventueel om helemaal zeker te zijn nu nog een rekenmachine nemen en een willekeurige waarde voor x invullen, en dat geeft dan inderdaad -1.
Christophe
zondag 13 juni 2004
©2001-2024 WisFaq
|