Differentiëren naar verschillende variabelen
Bepaal de afgeleide van: a. X(t)= 20 cos (2t) b. g(P)= RT/V c. P(T)= RT/V wat is het verschil tussen b en c?
Rutger
Leerling mbo - woensdag 13 maart 2002
Antwoord
Bij b. is P de variabele en bij c. is T de variabele. Een beetje vreemd lijkt, dat bij b. geen P voorkomt... dat wil dus zeggen dat g'(P)=0 (t.o.v. P is RT/V een constante, anders gezegd als je P een beetje verandert, verandert er aan g niets!). Bij c. is P'(T)=R/V (R en V zijn 'constanten') Ik ben er maar even van uit gegaan dat R en V geen functies zijn van P c.q. T, anders krijg je natuurlijk een heel ander verhaal! Ik geen nog een ander voorbeeld ter verduidelijking... f(x)=x2+2y f '(x)=2x (2y is een constante) g(y)=x2+2y g'(y)=2 Differentiëren doe je dus t.o.v. een variabele... bij f is x de variabele dus differentieer je naar x (waarbij je y opvat als en constante) en bij g is y de variabele en differentieer je naar y (waarbij je x opvat als een constante). Hopelijk kan je hier verder mee.
woensdag 13 maart 2002
©2001-2024 WisFaq
|